DBS and DBS V8 (1967-1972)

De Aston Martin DBS is de opvolger van de DB6. Toen de DB6 in 1966 moest worden vervangen, deed Touring in Milaan een aantal voorstellen, maar deze konden niet op de goedkeuring van David Brown rekenen. Een van de huisontwerpers, William Towns, tekende het ontwerp van de DBS in lijn met de heersende smaak van die tijd. De aantrekkelijke hatchbackcoupé werd aangedreven door de zescilindermotor uit de DB6. Het chassis werd aanzienlijk verbeterd en de auto werd uitgerust met een DeDion-achteras. Er waren drie motorversies beschikbaar, standaard met 3 SU of Stromberg carburateurs en 282 pk, de Vantage versie met 3 Weber carburateurs en 325 pk en een versie met brandstofinjectie zonder meerprijs. De krachtigere motor was nodig omdat de DB6, die nog steeds leverbaar was, sneller was dan zijn opvolger dankzij zijn lagere gewicht en betere aerodynamica. Vanaf 1969 was de auto die David Brown voor ogen had eindelijk leverbaar. Een eigentijdse coupé met een krachtige V8-motor. Deze lichtmetalen motor was ook ontworpen door Tadek Marek. Met 350 pk uit een cilinderinhoud van 5,3 liter was de motor zeer krachtig. Tegen 1972, het einde van het David Brown-tijdperk, waren er 402 van de coupé geproduceerd, die aan de buitenkant ongewijzigd was. De DBS V8 was ook leverbaar in een kleine serie als vierpersoons sedan onder de naam Aston Martin Lagonda. Hiervan werden er echter slechts 7 geproduceerd.